De behandeling van kinderen verschilt nogal van de behandeling van volwassenen. Er zijn meer factoren waarmee rekening gehouden moet worden
1. Het begint al bij de anamnese, de ondervraging over het begin en oorzaak van de klachten. Bij zeer kleine kinderen komt alle informatie van de ouders en meestal alleen van de moeder. Worden de kinderen wat ouder, kan het kind betrokken worden bij het vraag- en antwoordspel, die de arts of therapeut de richting moeten geven waarheen gezocht moet worden om tot een diagnose te komen. Ook de gegevens over het verloop van de zwangerschap en de geboorte spelen nu een belangrijke rol. Ook de eerste jaren van de ontwikkeling van het kind moet worden doorgevraagd. Vragen naar genetische (erfelijke) oorzaken, intoxicaties tijdens de zwangerschap (roken, alcohol, medicijnen), duur en verloop van de bevalling (spontaan, keizerssnede, zuignapextractie, tang-verlossing,enz.) spelen een belangrijke rol bij het ontstaan en ontwikkelen van afwijkingen.
2. De tweede factor waarmee rekening moet worden gehouden is het feit, dat het kind vlak na de geboorte nog niet helemaal volgroeid is. Met name het zenuwstelsel moet nog een lange ontwikkelingsgang volgen voordat het helemaal gerijpt is. De behandelend therapeut moet dus een gedegen kennis hebben van de ontwikkelingsfysiologie van het jonge kind en bij de behandeling rekening houden met deze ontwikkelingsfasen.
3. De derde factor waarmee rekening moet worden gehouden is de ontwikkeling van de schedel, het bestaan van de fontanellen en de wijde schedelnaden. Vooral van belang voor de toepassing van de craniosacraal therapie. Met minimale inspanning (vaak maar 5 tot 10 gram !) kan reeds veel verplaatst worden en de resultaten ervan zijn verbluffend.
Als gevolg van het gehele geboorteproces kunnen er spanningen in de hersenvliezen blijven bestaan, die talloze klachten kunnen veroorzaken. Men ziet verband tussen de intracraniale spanningen na een geboorte en concentratiestoornissen, leerstoornissen,waarnemingsstoornissen, dyslexie, A.D.H.D en A.D.D., spraakstoornissen en gedragstoornissen (autisme) Behandeling geschiedt in alle gevallen met Craniosacraal therapie met de bedoeling de spanningen in de schedel te verminderen.
Manuele therapie wordt ook bij kleine kinderen toegepast, maar bevat meestal alleen mobilisaties en zelden manipulaties. Worden kinderen wat ouder, (boven de 5 jaar), dan zien we al de eerste aligneringsproblemen optreden, zoals bekkenscheefstand en wervel-blokkades. In de meeste gevallen kunnen deze met minimale krachtsinspanning gecorrigeerd worden. Er bestaat een speciale onderzoekstechniek voor deze kinderen om deze beperkingen op te sporen. Deze vaardigheden zijn ontwikkeld uit de osteopathie, die zeer fijngevoelige onderzoekstechnieken hanteren.
De behandeling van kinderen bestaat grotendeels uit craniosacraal therapie, ondersteund door manuele therapie, bindweefseltherapie en spierweefseltherapie. Bij mijn opleiding kinderosteopathie, die ik in Duitsland gevolgd heb, werd dan ook als eis gesteld, dat je eerst de opleidingen manuele therapie, craniosacraal therapie, bindweefseltherapie en spierweefseltherapie volledig gevolg had voordat je tot de opleiding werd toegelaten.
Bij het onderzoek is de doelstelling niet altijd het stellen van een diagnose, maar men zoekt naar functiestoornissen in het lichaam en behandelt deze met de handen. De therapeut moet contact zoeken met de lichaamsweefsels op verschillende niveaus. De gevonden spanningen in de weefsels worden verwijdert en de disfuncties opgeheven om de lichaamseigen genezingskrachten weer in actie te kunnen stellen. Er wordt in de geneeskunde nog maar weinig gebruik gemaakt van deze “lichaamseigen genezingskrachten”. Ieder lichaam heeft een geweldig potentieel aan eigen genezingsmogelijkheden, die met de handen kunnen worden beïnvloed. Dit moet natuurlijk samengaan met een gezonde leefwijze en een gezonde voeding. Het lichaam kan heel veel zelf oplossen als het daarbij wordt geholpen. Dit geldt niet alleen voor kinderen, bij volwassenen gaat hetzelfde op, alleen lopen de processen wat langzamer.
We gaan er daarbij van uit dat het menselijk lichaam een eenheid is. Dat lichaam bestaat uit verschillende systemen die elkaar in evenwicht houden en het heeft een natuurlijk vermogen om storingen te verhelpen. Als het lichaam gezond is, gebeurt dat dan ook. Is het evenwicht verstoord geraakt, bij voorbeeld door een moeilijke bevalling, een val, operaties, stress, ziekte of slechte voedingsgewoonten, dan heeft het lichaam vaak hulp nodig om het evenwicht te herstellen. De manueel geneeskundige is in staat om het kind daarbij te helpen. Het lichaam is voortdurend onderhevig aan veranderingen. Het lichaam wordt voortdurend vernieuwd. Cellen worden afgebroken, nieuwe worden aangemaakt. Maar als er in het proces iets mis gaat door het bestaan van blokkeringen, kunnen er klachten optreden. Wanneer tijdens de geboorte een schedel te weinig ruimte heeft gehad in het geboortekanaal, kan een zenuw of een bloedvat in de verdrukking raken en treden er allerlei klachten op. Door het hoofdje te behandelen, verdwijnen de klachten.
De eerste keuze van behandeling van kinderen is altijd de craniosacraal therapie. De behandeling is volkomen pijnloos en wordt praktisch altijd zeer goed verdragen. Een lijst van de indicaties vindt u aan het einde van het hoofdstuk craniosacraal therapie.
Wilt u meer weten over de toepassingen van craniosacraal therapie, lees dan ook het boekje: John E. Upledger: “Het ritme van de schedel”. Het is te koop bij het Upledger Instituut Nederland. (Voor het adres zie hoofdstuk Craniosacraal therapie) Prijs ong. ƒ.35,-
[bron: http://www.manuelegeneeskunde.info]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten